Interview: Premier Peter Jan Balkenende wil dat een commissie een eigentijdse impuls geeft aan de discussie over normen en waarden. De samenleving moet zelf respect en fatsoen uitdragen, vindt premier Balkenende. Dat is de verantwoordelijkheid van de overheid, maar ook van de burgers zelf.
- Is dit het vervolg op uw campagne-leus `Fatsoen moet je doen?' `Daar heb ik nogal wat reacties op gekregen. Daaruit bleek dat bij heel veel mensen het idee leeft dat het de hoogste tijd is dat dergelijke zaken eens aan de orde worden gesteld.'
Volkskrant 2-9-2002
Van onze verslaggever (Jan Hoedeman DEN HAAG
Minister-president jan Peter Balkenende wil dat er een commissie komt die de revitalisering van waarden en normen onderzoekt.
Zaterdag, net voor zijn vertrek naar de milieutop in Johannesburg, deed de CDA-premier zijn voorstel op het Christelijk Sociaal Congres in Doorn. Hij gaat er in Zuid-Afrika over praten met zijn Noorse collega, die een soortgelijke commissie heeft ingesteld.
Wat is er in de tijdgeest geslopen dat zo'n commissie nodig maakt?
Balkenende: `We hebben de afgelopen maanden zaken gezien die in een normale rechtsstaat niet bestaanbaar zijn: een politieke moord en bedreigingen van nogal wat politici en mensen in de voetbalwereld. Als je breder kijkt, zie je dat veel jongeren de grenzen van de gedoogcultuur zoeken om te zien hoever ze kunnen gaan. Dan is er ook nog het toenemende gevoel van onveiligheid en te weinig respect voor de ander.'
- Mengt de premier zich nu ook in het luchtballonnencircus?
`Nou nee, want een van de centrale elementen bij de start van dit kabinet is geweest: hoe kunnen we het denken over de morele samenleving ter discussie stellen.'
- Wat moeten de mensen hier over vier jaar van merken?
`De commissie moet vaststellen: waar hebben we het over bij normen en waarden en wie moet er verantwoordelijkheid nemen. Nu is het zo: we zien ontwikkelingen die verkeerd gaan. De volgende stap moet zijn dat we die zaken zichtbaar aanpakken. Niet alleen voor de overheid, maar ook voor burgers ligt hier een taak. Neem bijvoorbeeld het probleem van de raddraaiers in supportersgroepen. Dat soort zaken zou veel sterker door de samenleving zelf opgepakt kunnen worden.'
- Hoe is die morele dimensie uit de politiek verdwenen?
`Er is een tijd geweest dat zaken die te maken hebben met het geweten werden verbannen naar het persoonlijke domein van het individu. Een beetje in de geest van: geloven doe je maar op zondag. De laatste tijd hebben we ontdekt dat de manier waarop je met elkaar omgaat van veel grotere betekenis blijkt dan we dachten. De moraal moet op een eigentijdse manier terug in de politiek en de samenleving. Als je dat blijft negeren, kom je jezelf als maatschappij tegen. Lange tijd is bij maatschappelijke problemen de politiek reactie geweest: `o, dan moeten we de wet aanpassen, extra agenten of meer geld geven. Maar dat is slechts een deel van het verhaal.'
- Krijgen we nu een verbiedende en gebiedende overheid?
`De overheid moet aangeven wat ze wel en wat ze niet kan. Het is een kwestie van loslaten en vasthouden. In het onderwijs moet men de ruimte krijgen om problemen anders aan te pakken. Maar als het gaat om de kwaliteit van de rechtsstaat, zullen de teugels strakker moeten.'
- Wordt u hierbij geïnspireerd door de jaren van uw jeugd, de jaren vijftig van de vorige eeuw?
`De omgeving is radicaal anders geworden. Het is niet goed om een 21ste-eeuws probleem op een jaren vijftig-manier aan te pakken. Toenmalige elites konden hun achterbannen disciplineren. Nu geven mensen zelf aan wat ze van normen en waarden vinden. De kunst zou zijn dat respect en fatsoen voortdurend door een samenleving worden uitgedragen, het moet niet alleen verbonden zijn met de jaren vijftig. We moeten weer benoemen wat nodig is om respectvol en vreedzaam met elkaar om te gaan.'
- Is dit het vervolg op uw campagne-leus `Fatsoen moet je doen?' `Daar heb ik nogal wat reacties op gekregen. Daaruit bleek dat bij heel veel mensen het idee leeft dat het de hoogste tijd is dat dergelijke zaken eens aan de orde worden gesteld.'